Tot nu toe heb ik halve dagen op de Karnischer Höhenweg kunnen lopen. De omstandigheden kosten me veel energie. Ik durf geen enkel risico te nemen en de nachten zijn onstuimig. Ik vind het mooi om met volle aandacht te lopen. Geen ruimte voor gepieker, gefrutsel of gedroom. Lopen, opletten en continue een inschatting maken. Van alles. Het is niet echt eng of gevaarlijk, maar wel vermoeiend.

Van de Sillianer Hütte liep ik naar de Filmoor standschutzhütte waarbij ik het laatste stuk van de Obstansersee Hütte over de graat behoorlijk spannend vond. Mist, wolken, steile afgronden, wat klauterwerk en dat met meneer de wind aan mijn zijde. Van onweer was nog geen sprake, anders was ik niet gaan lopen, maar de dreiging hing in de lucht. Redelijk op, kwam ik bij Filmoor aan.

Maar gelukkig is er markering
Maar gelukkig is er markering

Vermoeidheidsangst

Onder deze omstandigheden kampeer ik het liefst in de buurt van een hut, zodat ik in geval van nood kan schuilen. Wanneer de dagen veel energie kosten, vooral mentaal, de nachten onrustig of ronduit hels zijn, merk ik dat ik angstiger word. Niet acuut bang, maar meer een soort sluimerende onrust. Mijn belevingswereld, hoe ik de dingen zie en ervaar, hoe ik me voel en hoe ik beslis verandert een beetje. Vermoeidheidsangst. De vermoeidheid vertroebelt je inschattingsvermogen en maakt mij nog voorzichtiger. De oplossing is slapen. Slapen en toch de uitdaging aangaan. Binnen de veilige grenzen natuurlijk.

Bij Filmoor bleek het uiteindelijk allemaal wel mee te vallen. Wat wolken, wat wind, maar geen noodweer. In ieder geval niet waar ik was. ’s Nachts werd alles een tikkie heftiger. Een paar uur lang hield ik angstvallig mijn tent vast, maar de onweer was ver genoeg weg. Ook de tweede nacht op de Höhenweg heb ik zonder kleerscheuren overleefd. En het voordeel van die onophoudelijke wind, is dat ik mijn tent ’s morgens in ieder geval droog kan inpakken.

Hey, klaart het op?
Hey, klaart het op?

Een keuze

Los van het mentale gedoe, is het gewoon zonde dat ik zo weinig van de omgeving kan zien. Het is super mooi en ruig hier, maar grotendeels verstopt in de wolken. De wolken dikken het in zekere zin ook wel weer aan. Woeste luchten, ruige rotsen en mistige meren. Het heeft iets onheilspellends. En dan bunkers en gebouwen met prikkeldraad. Indrukwekkend, dat zeker.

“Jij kan gaan en staan waar je wilt.” merkte een andere wandelaar op. “Wij moeten naar de hut.” Klopt. Zij zijn minder vrij. Zij hebben een week of als het mee zit 10 dagen en hebben al hun overnachtingen vastgelegd. Omdat iedereen dat tegenwoordig doet, is het noodzakelijk om de hutten te reserveren. Bizar eigenlijk, want het gevolg is dat al deze wandelaars door “moeten”. Weer of geen weer. Ook met een vermoeid lijf, kapotte voeten of een vol hoofd móét er worden doorgelopen. Ik heb gelukkig een keuze.

Ik heb de ruimte om ervoor te kiezen dat ik een keuze heb.

Obstansersee Hütte
Obstansersee Hütte

Porzhütte

Na nog niet eens drie uur lopen kwam ik bij de Porzhütte. Meer hotel dan hut, wat een luxe vergeleken met Filmoor. Even wat water vullen en door, dacht ik. Niet dus. Uit het niets begon het te regenen. Stortregen, hagel en de hele mikmak. Verdorie. Ik wachtte en wachtte. Geen beginnen aan. Dan maar een kopje soep. Of toch niet. Ik hoopte tegelijkertijd mijn telefoon en power bank te kunnen opladen, maar hiervoor moest je betalen. Een euro per uur. Ja daaag. Als een hut een generator gebruikt, begrijp ik het, maar in dit hotel vond ik het belachelijk. Dus sloeg ik de soep over. Beneden had ik een meer gezien, dat leek me een prima plek voor een “bivak”. Beschut en weg van de hordes andere wandelaars die in de Porzhütte gestrand waren.

Het is nu 24 uur later en ik zit nog steeds bij het meer. Af en toe zie ik de bergtoppen tevoorschijn komen, maar het grootste deel van de tijd breng ik in mijn tent door. Natuurlijk wil ik liever lopen, maar nog liever doe ik dat met mooi weer. Ik heb geen zin om gespannen over de graat te lopen en continue naar de lucht te moeten kijken. Ik heb geen zin om vanavond een natte tent op te zetten. Geen zin in een mogelijk slechte nacht terwijl ik hier heerlijk lig. En ik heb ook geen zin om naar het dorp 5 kilometer verderop te lopen om mijn spullen op te laden. Ik vind het wel even best. Ik lig, wacht en schrijf. Eten-schrijven-slapen. Morgen weer een dag. Wellicht is het weer dan beter. Wie weet.

3 Reacties

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

EVAdinarica

Schrijft verhalen || Wandelt op de Balkan

Dit vind je misschien ook leuk...