Dit is hoe ik het zie: we drijven met z’n allen in een enorm zwembad vol met balletjes. Leuke balletjes, mooie balletjes, enge balletjes, vervelende balletjes, balletjes die we liever niet te dicht bij laten komen, balletjes die onbereikbaar lijken, balletjes die ons blijven achtervolgen en balletjes die ons hoop geven. Het kost ongelooflijk veel moeite als je probeert alle balletjes waarvan jij vindt dat ze bij jou horen, bij je te houden. Of nog moeilijker, ze onder water te duwen. Rustig dobberen en laten drijven voorkomt een onnodig uitputtende worsteling. Bovendien maakt waarschijnlijk niemand zich druk om wat voor balletjes er om jou heen drijven, zij kijken helemaal niet naar die balletjes, maar naar jou. Hoop ik.

Ik ben er sinds kort achter dat je ook met deze balletjes kan spelen. Voorzichtig heb ik hier en daar een balletje omhoog gegooid, uit nieuwsgierigheid. Wat blijkt, is dat er best heel veel mensen ronddobberen die het leuk vinden om dat balletje op te vangen. Dan kijken ze me aan en gooien terug. Het is niet altijd hetzelfde balletje dat ik terug krijg, soms krijg ik één van hun ‘eigen’ balletjes toegeworpen. Dat voelt bijzonder. Ik vind het heerlijk om te kunnen overspelen, af en toe een duik te maken en te glunderen als er een balletje gevangen wordt.

Want wat is eigenlijk het ergste dat kan gebeuren? Dat ie weer naar beneden komt en terug in het water valt. Wellicht met een plons. Spetters, golven en wat dan nog? De meeste van ons hebben tenslotte hun A en B diploma.

Zodoende ben ik gaan onderzoeken wat er gebeurt als je hoger gaat gooien. En verder. Ik ging ervan uit dat ik de meeste van deze balletjes niet meer zou zien of dat ze onderweg van gedaante zouden veranderden en als boemerang terug mijn kant op zouden komen. Maar het is me alles mee gevallen. Ik heb vooralsnog geen buil op mijn hoofd en ondanks dat ik nog steeds gooi als een meisje, weet ik die ballen toch een flink eind weg te slingeren. Ik zou wellicht wat doelgerichter kunnen gooien, maar dat schijnt ook een kwestie van oefenen te zijn.

Het grappige is, dat balletjes ook kunnen rollen. Tot nu toe had ik ze eigenlijk alleen maar zien drijven, er gaat werkelijk een wereld voor me open! Een aantal van de balletjes die ik niet meer heb terug gezien, zijn een eind verderop door anderen opgepakt en in beweging gebracht. Het is lastig dat ik niet precies weet hoe en waarheen, maar in feite is dit doelgerichter dan mijn meisjesachtige slinger naar het achterveld.

Nu de balletjes zijn gaan rollen, besef ik me dat ik zelf ook kan bewegen. Het lukt me weliswaar niet om mezelf naar dat achterveld te slingeren, maar misschien is zwemmen een optie. Ik wil graag in beweging komen, want volgens mij geldt voor ons hetzelfde als voor die balletjes. We zijn tot meer in staat dan we denken of dan dat we van elkaar denken.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

EVAdinarica

Schrijft verhalen || Wandelt op de Balkan

Dit vind je misschien ook leuk...