11 Juni, de opening van de White Trail leek mij een mooi moment om mijn spullen te pakken en aan het volgende hoofdstuk te beginnen.
Honderden Via Dinarica enthousiastelingen, partners, betrokkenen en initiatiefnemers ontmoetten elkaar in het prachtige natuurpark Blidinje. Buitensporters, natuurliefhebbers, avonturiers waarvan inmiddels vele bekende gezichten. Na het officiële gedeelte beklom een groep van ruim vijftig hikers de berg Vran, een stuk van de White Trail. Een andere groep maakte een mountain bike tour en de derde groep sportievelingen verscheen aan de start van een trail run race. Het was weliswaar een opening, maar voor mij meer een afsluiting, een voorlopig afscheid van Bosnië Herzegovina.
De Via Dinarica in Bosnië en Herzegovina is open, wat inhoudt dat de paden zijn gemarkeerd en de routebeschrijvingen en gps-tracks online staan. Net als vele andere lange afstandswandelroutes blijft de Via Dinarica in ontwikkeling en zal gaandeweg groeien. Het mooie is dat dit een proces is waar iedereen zijn steentje aan bij kan dragen. De fundatie is gelegd, de trail is open. En ik ben er klaar voor!
Kilo’s versus kilometers
Op dit moment kom je, wanneer je 25 kilometer per dag loopt, iedere drie dagen een slaap & eetgelegenheid tegen. Dit zijn veelal simpele berghutten, households, guesthouses en B&B’s. Hoewel ik me het liefst volledig laat onderdompelen in de lokale gewoontes en gebruiken, staat mijn budget het niet toe om (3) dagelijks buiten de deur te eten. Mijn rugtas heb ik daarom volgepropt met zelfgemaakte dadelballen, geprepareerde havermout-wonder-mix ontbijtjes en energierijke noten-met-gedroogd-fruit snacks. Avondeten ben ik minder goed in. Daar zal de verleiding groot zijn om de polenta te vervangen voor een traditionele, stevige, versbereide Bosnische schotel.
Ik zal voornamelijk kamperen of bivakkeren, omdat ik daar nou eenmaal dol op ben. Door alles op mijn rug te dragen, kan ik gaan en staan waar ik wil. Ik ben niet afhankelijk en ik hoef me niet druk te maken over reserveringen. De keerzijde is dat mijn tas daardoor heel heel heel erg zwaar is. Dat maakt me langzamer, waardoor ik minder afstand afleg. Ik weet nu al dat ik de 25 kilometer lang niet elke zal halen. Zeker in het begin niet. Daardoor breng ik weliswaar meer tijd door in de bergen, maar zal ik ook meer eten mee moeten nemen, maar dat maakt mijn tas weer zwaarder en ga ik nog langzamer, haha juist. Dit is het moment waar er toch iets van een planning om de hoek komt kijken. Of niet.
Tijd, lichaam en geest
Lastig, want ik hou niet van plannen of tijdschema’s. Ik wil niet vastzitten aan een bepaald aantal kilometers per dag en kan bovendien niet goed inschatten wat ik aankan. Ik wil naar mijn lichaam luisteren en niet over mijn grenzen gaan. Trots of verwachtingen probeer ik los te laten. Inschatten en aanvoelen.
Lichaam en geest. Zij willen vaak verschillende dingen. Mijn lichaam heeft allerlei maniertjes om mijn geest te beïnvloeden. Ik heb dat altijd gemeen gevonden en probeerde sterker te zijn dan de honger en vermoeidheid. Met opbeurende, relativerende gedachtes wist ik de pijntjes te verzachten. Andersom speelt mijn geest ook spelletjes door bij elk steil stukje “dit is niet te doen, nergens goed voor” kreten naar mijn lichaam te sturen.
Ik weet niet wie er wanneer gelijk heeft, maar de oplossing voor mij zijn mijn voeten. Zij lijken zich tamelijk onpartijdig op te stellen. Zij zijn het meest “down to earth” en geven me eerlijke feedback. Spieren, botten, pezen en ligamenten, maar ook mijn, de voetzool vertellen me wanneer het wel welletjes is. Gevoelig, maar sterk. Genoeg is genoeg. Geen spelletjes. Rust als ze moe zijn, lucht als ze nat zij en een zalfje om ze te vertroetelen.
Podgorica
Terug naar Blidinje. Van daaruit kreeg ik een lift naar het busstation in Sarajevo waar ik met de nachtbus naar Podgorica, Montenegro kon. Tegen alle verwachtingen in arriveerde deze bus twee uur éérder op de plaats van bestemming, waardoor ik twee uur minder slaap kreeg. In het midden van de nacht naar een hostel lopen zag ik niet zitten dus besloot ik in het stationscafé te blijven.
De bus naar Shkodër vertrok vervolgens twee uur eerder, waardoor de wachttijd hetzelfde bleef. Zes uur. Eenmaal in de bus kon ik mijn ogen niet meer open houden en heb helaas het landschap aan me voorbij laten gaan.
Albanië, een nieuw land, nieuwe geluiden, geuren en kleuren. Andere taal, andere gebaren en gebruiken. Wow, echt een overgang. Werkelijk, ik was totaal uit het lood geslagen. Met daarbij het slaaptekort van de afgelopen nacht, had ik de grootste moeite om me te oriënteren toen ik uit de bus stapte. Bedrijvigheid, overal kraampjes, winkeltjes, mensen, fietsers. Ja, fietsers!
Shkodër
Stapje voor stapje met OEF die zware tas. Wat nu? Waarheen? En hoe? Een hostel. Vanuit Shkodër gaat er geen openbaar vervoer naar Valbona, je bent er aangewezen op minibusjes die je één keer per dag, vroeg in de ochtend, naar de boot brengen die je het Komani meer overzet. Ieder hostel of hotel heeft zo zijn eigen netwerk aan kennissen die de toeristen op de plaats van bestemming brengen. Ik had dit van tevoren uitgezocht met behulp van de super informatieve website “Journey to Valbona” waardoor ik een beetje wist wat me te wachten stond. Maar eenmaal uit die bus, wist ik me nauwelijks staande te houden door de overweldigende (opdringerige) mensenmassa en mijn zware tas. Aangezien ik een paar uur te laat was voor het minibusjes-boot-festijn, zat er niets anders op dan een slaapplaats te gaan zoeken.
Voor ik het wist stond er een kerel klaar om me naar een hostel om de hoek te gidsen terwijl tegelijkertijd mijn buschauffeur zijn vrienden inschakelde om een slaapplaats voor me te vinden. Heb ik hier zelf ook nog iets over te zeggen? vroeg ik me af. Het antwoord bleek nee te zijn, want de eigenaar van het hostel kwam al aangelopen. Dat was even omschakelen. Loslaten en mezelf overgeven aan de situatie en de gang van zaken leek mij de beste optie. Dit klinkt misschien naïef of onverstandig, maar al deze mannetjes bleken zonder elkaars medeweten me naar dezelfde plek te willen brengen. En hoe anders de manier van contact maken hier ook mag zijn, ik voelde me niet bedreigd of in het nauw gedreven.
In Home Hostel ontmoette ik de Amsterdamse David die al behoorlijk geacclimatiseerd was en mij een beetje op weg kon helpen. Kletsend en elkaar verhalen vertellend bracht ik met deze stadsgenoot de middag in de tuin van het heerlijke huiselijke hostel door.
Komani
6.45 kwam het minibusje aanrijden dat me naar Komani bracht. 9.00 uur stipt, vertrok de boot naar Fierze, een drie uur durende overzet. Dit is de snelste route vanuit Shkodër naar Valbona. In Fierze staan de volgende minibusjes je op te wachten om je het laatste stuk vis Bajram Currie naar de afgelegen vallei te brengen. Hoewel ik allerlei verhalen had gelezen over Albanezen die je meer proberen te laten betalen dan reëel is, bleek het systeem in werkelijkheid vrij simpel. Het was €5,- van Shkodër naar de boot, €5,- voor de boottocht en €5,- naar Valbona. Met welke minibus of boot je gaat is afhankelijk van wat jouw hostel voor je heeft geregeld, maar het maakt voor de toerist in wezen niets uit.
De boottocht over het Komani meer is trouwens niet zomaar een tochtje. Het is werkelijk een adembenemend mooie oversteek langs beboste bergen en woeste rotspartijen die helaas maar drie uur duurt. Vandaar ook de andere toeristen.
Valbona
Zodoende kwam ik ongeveer 36 uur na vertrek uit Sarajevo (40 uur vanuit Blidinje NP) aan in de prachtige, sprookjesachtige vallei van Valbona. Het is weliswaar een behoorlijke onderneming om er te komen, maar een absolute Don’t Miss Albania!
Technisch gezien kon ik nu beginnen met wandelen, maar geen haar op mijn hoofd die dat overwoog. Niet alleen was ik veertig uur onderweg om hier te komen waarvan ik er misschien zes had geslapen, ik bevond me eindelijk op die bizar mooie plek waar ik zoveel goeds over gelezen en gehoord had. Ik zou daar gek zijn om meteen weer te vertrekken. Dus liet ik me afzetten bij Quku i Valbones, restaurant Rilindja waar ik kennis maakte met Alfred en Catherine, het Albanees-Amerikaans stel dat in die oh zo mooie vallei en net zo mooie verblijfplek voor toeristen (gasten) hebben gecreëerd. Moe, maar super voldaan zette ik voor de eerste keer mijn tent op.
Dag Eva wat een fijn verhaal, en mooie foto’s. Ik ben je boek aan het lezen en begrijp nu meer waar je aan bezig bent.
Kus oma.