Vanuit Vermosh wilde ik door de bossen omhoog lopen en de grens naar Montenegro oversteken. De eerste en meest logische optie was om de Via Dinarica Gps-track te volgen. Van een andere hiker had ik dezelfde route met bijbehorende Gps-track via Wikiloc gedownload, dus ik ging vol goede moed op pad.
Al snel bleek het erg lastig om op koers te blijven, er was geen duidelijk pad, markering of gedetailleerde routebeschrijving. Telkens gaf mijn GPS aan dat ik van “het paarse lijntje” afweek, maar zodra mijn mintgroene lijn de paarse kruiste, kon ik me met geen mogelijkheid een weg banen door de dichtbegroeide bossen.
Het kan zijn dat er nog teveel water in de waterval – rivier stond om er fatsoenlijk doorheen te kunnen lopen – klimmen. Het zou kunnen dat het pad volledig overgroeid is en ik daardoor de weg niet kon vinden, maar het kan ook zijn dat ik iets over het hoofd zag. Of dat mijn voorgangers die deze track hebben gemaakt, ongelooflijke doordouwers zijn. Hoe dan ook, ik voelde me niet prettig bij en keerde om.
Vliegenbos
In het dorp pikte ik een gemarkeerde route die omhoog liep op. Een steil, maar gemakkelijk begaanbaar pad door de bossen vol vliegen en vreemde vliegebeesten. En markering. Als deze route overeen kwam met het stippellijntje op de kaart, zou het me naar de grens en verder naar Bindza moeten leiden. Vanuit het donkere vliegenbos kwam daar ineens een open, met rotsblokken bezaaide grasvlakte tevoorschijn. Ja, dit is het echte karstgebergte! Super!
Een klein stukje verderop stond een hutje en in de verte hoorde ik wat schapen. Ik hoorde geschreeuw en zag een man in het gras liggen. De herder. Nog meer geschreeuw en zag de schapen ongecoördineerd rond grazen. Vanuit daar, Pojanic, probeerde ik mijn weg te vervolgen, maar dat ging ineens een stuk moeizamer dan in de bossen. Overal rotsblokken en mogelijke “paadjes”. De schapen hadden talloze doodlopende sporen gecreëerd en de markering ging klaarblijkelijk een andere kant op dan dat ik wilde.
Grip
Het pad versmalde zich tot een vage contour op een steile, met stenen bezaaide grashellingen. Ik daalde een stukje af, kwam op een nieuw “pad” dat nog steeds de goede richting op ging, maar helaas stopte in een puinhelling. Ik probeerde me een weg te banen, maar voelde me niet zeker. Het lag niet aan mijn schoenen, ik had perfecte grip, maar het voelde niet verantwoord. Het was moeilijk terrein, ongelooflijk steil, geen pad en geen markering. Hoewel ik de goede richting op ging en er op mijn kaart een lichtgrijs stippellijntje stond, hoefde ik maar een misstap te maken en mijn avontuur zou zomaar over kunnen zijn. Dat is het me niet waard, dus klauterde ik naar beneden, naar de roepende herder toe.
Koffie?
Het geroep werd geschreeuw en het kwam mijn kant op. Een man, de herder en een ouder stel. Een gesprek in het Albanees, dezelfde woorden werden steeds luider herhaald, maar ik kon met geen mogelijkheid de klanken tot herkenbare woorden herleiden. Ze wilden mijn tas voelen, waarna ze voor gek verklaarden en nog harder begonnen te praten. Ik kon er nog steeds geen touw aan vast knopen, maar ik begreep wel ik geheel terecht was omgekeerd. Er was daar geen doorgang, oversteek of overschrijding mogelijk.
Kafu, kafe, kaffa koffie. Da? De vrouw nam mijn hand en trok me mee naar het hutje. Ik moest binnen op een bankje tegen de muur gaan zitten. Aan de muren hingen wat plankjes met kopjes en ander kookgerei en verder stond er een krukje en een bijzettafeltje. De man begon een vuurtje in de daarvoor bestemde hoek te maken en de vrouw ging aan de slag met de koffie. Raki? Nog een woord dat ik herkende. Voor ik het wist stond er een dubieus wit flesje op tafel.
Met Drande mee
Terwijl de herder de schapen verzamelde, zat ik warm binnen koffie met raki te drinken. Ik haalde mijn nootjes tevoorschijn, niet bedenkend dat deze oude mensen wellicht niet genoeg goede tanden hadden om ze fatsoenlijk weg te kunnen krijgen. Waarschijnlijk dachten ze dat ik honger had, dus werd er een stuk kaas en een gekookt ei in mijn handen gedrukt. Honger of geen honger, tanden of geen tanden, de versnaperingen vielen in de smaak en ik wist het zelfs voor elkaar te krijgen dat Drande, de vrouw, de nootjes in haar tas stopte.
Het was inmiddels wel duidelijk dat het onbegonnen werk was om hier de grens naar Montenegro over te steken, dus stemde ik ermee in om samen terug te gaan naar Vermosh. Met z’n vieren, de herder, het oudere stel en ik gevolgd door de schapen liepen we rustig naar beneden. Dat wil zeggen, we liepen een tiental meters en gingen in het gras zitten wachten op de schapen. Met wat kreten en vreemde geluidjes werd de schapen duidelijk gemaakt dat ze in beweging moesten komen. Haast was er niet bij. Dit ritueel bleef zich herhalen tot we bij de bosrand aankwamen.
De schapenhoedster
Halverwege haalde Drande een paraplu tevoorschijn die ze op de heenweg in een boom had gehangen. Overal op voorbereid. Toen we voor de zoveelste keer in het gras plofte om op de schapen te wachten, pakte ze een klosje garen en begon een gat in haar kous te stoppen. Ontspannen zat ze erbij te neuriën en zingen. Een prachtige melodie waar ik tranen van in mijn ogen kreeg. Ze omhelsde me en gaf me twee dikke kussen. Ik kon niet anders dan haar dan de tranen laten rollen en haar omhelzing beantwoorden.
Het begon inmiddels te schemeren dus werd het tijd voor een trucje. Uit haar tas toverde Drande een stuk brood tevoorschijn waar direct vier grote schapen op af kwamen rennen. Gulzig schrokten ze het brood weg en brachten hiermee de rest van de kudde in beweging. Drande gebaarde dat ik voorop moest en zowaar volgden de beesten gehoorzaam.
Het pad door het bos was vergelijkbaar met route die ik omhoog was gelopen, maar dan aan de andere kant van de berg. Niets geen wandelpad, een herdersroute. Een pad dat elke dag omhoog en naar beneden wordt gelopen door honderden schapen. Vandaar de vliegen. En de poep.
Beneden bij het huis van Drande aangekomen viel mijn mond open van verbazing. Na mijn ervaring in de Alpine hut Zastan, had ik me op het ergste voorbereid. Mijn vermoeden dat ik in een armoedig hutje terecht zou komen was volkomen ongegrond. Een vila, dat was een betere omschrijving.
Aan tafel
Haar zoon en kleinzoon zaten onderuitgezakt op de bank voetbal te kijken en op de computer kwam een Skype call binnen. Het ene moment hoedde deze Drande een hele kudde schapen, het andere moment zat ze te Skypen alsof het de gewoonste zaak van de wereld was.
Ik kreeg een handdoek en een paar sloffen. Dat is het eerste dat mensen doen als je je schoenen uit trekt, blote voeten dat kan echt niet. Ze kijken er zo angstig bij dat ik inmiddels niet meer tegen stribbel en mijn voeten braaf in de pantoffels verberg. De kleinzoon, Pjeter, bereidde een maaltijd en nodigde me met behulp van Google translate uit om aan tafel te komen.
Paddestoelensoep, salade, brood, schapenkaas en een glas warme schapenmelk. Nog voordat ik was uitgegeten kwam de koffie met raki op tafel. Vooruit, eentje voor het slapen. Rozig werd ik naar mijn kamer gebracht, waar ik de klok rond sliep.
Toen ik wakker werd, had Drande de schapen al gemolken en stond op het punt om op stap te gaan. Omhoog de bergen in. Een warme omhelzing, nog een tweetal kussen en daar ging ze, Drande de lieve, sterke schapenhoedster.
Wat lief!
[…] the adventure with Drande the sweet shepherd lady from Vermosh, I gained an experience, but unfortunately I didn’t gain much knowledge about a […]