Ik heb een eenpersoonstent. Echt. Zelfs als je bovenop elkaar zou gaan liggen, is mijn tent gewoon te krap. Mijn tas ligt in de kleine ruimte voor de slaapcabine, droog onder de buitentent. Je zou het de voortent kunnen noemen. Binnen kan je liggen. Om erin te komen heb ik een speciale techniek ontwikkeld. Allereerst is het handig om je matje al te hebben opgeblazen, want eenmaal binnen kan je dus alleen maar liggen. Op het matje.
In mijn slaappakje ga ik achterste voren voor mijn tent staan. Ik buk voorover en plaats mijn handen naast mijn voeten. Een voor een stap ik, steunend op mijn handen, met mijn voeten over de rugzak en rups vervolgens achterwaarts naar binnen. Snel de rits dicht, want ik hou niet van beestjes in mijn tent.
Dit is mijn huis. Mijn groene huisje voor zeker vier maanden. Al mijn spulletjes hebben een eigen plekje even alles is binnen handbereik.
Wanneer ik eenmaal lig, lukt het me soms om een paar pagina’s te lezen, maar meestal val ik meteen in slaap. Ik ga naar bed als het donker wordt en sta op als de zon op komt. Heel simpel. Het zou fijn zijn als ik de hele nacht door zou kunnen slapen, maar helaas, ik ben een lichte slaper. Als ik ’s nachts in het pikkedonker wakker word en geluidjes hoor, spits ik automatisch mijn oren. Niet handig.
Ik weet dat er allerlei dieren zijn, maar ik heb ze nog niet gezien. Wat is dat geritsel? Zit er iets levends aan mijn tas? Of erin? Wind. Tentdoek. Hoor ik een wezen ademen? Komt het dichterbij? Ik kuch. Rits open, rits dicht. Niets. Oordopjes zijn de beste oplossing. Misschien was ik in mijn vorige leven een struisvogel, maar het werkt.
Voor geen goud overweeg ik om mijn groene huisje om te ruilen voor hotels of andere luxe accommodaties. Ik geniet van het buiten zijn. Alleen in de natuur. Als stadsmeisje ben ik niet zoveel gewend, maar heus, het went.
Als ik ’s morgens na een paar keer “natuurlijk snoozen” mijn tent uit wil, vergt dit de nodige skills. Eerst de slaapzak afstropen zonder dat ie tegen het tentdoek aankomt, dan rupsen tot semi hurkzit. Tent openritsen, handen voor de rugzak in het gras en met een lenige zwaai slinger ik een been over de tas zodat mijn voet in de slipper belandt. Balans vinden, andere been erachter aan en staan.
Ik sta naast mijn tent en kan aan een nieuwe dag beginnen.
Het is wel goed dat je steeds mensen tegenkomt, anders zou het wel saai zijn alleen maar natuur.En onweer.
[…] one of Slovenia’s coldest places, the Bloke Plateau… A perfect moment to change my little green house for a sweet wooden hut. […]
[…] one of Slovenia’s coldest places, the Bloke Plateau… A perfect moment to change my little green house for a sweet wooden hut. […]
[…] soms vind ik het allemaal wel best. Dan kruip ik samen met m’n angsten in m’n kleine groene huisje en laat ik de boel de boel. Dan razen de wolken en klappert het tentdoek. Dan tsjirpen de krekels, […]
[…] met de beste wil van de wereld niet mogelijk. Oké, met de beste wil misschien wel, maar het is een inimini één persoons tentje waar ik zelf achterstevoren in moet kruipen om erin te komen. Ik kan niet anders dan liggen. Met […]