Daar bovenop die berrug
Daar bovenop die berrug
Daar hangt een dikke woholk
Daar hangt een dikke woholk
Die hangt er nu al dagen
Die hangt er nu al dagen
En gaat nog lang niet weg
En gaat nog lang niet weg
En van je hela hela hela holala hoi
Hela hela hela holala hoi!
Ik word er een beetje baldadig van. Ik wil door, maar kan niet. Durf niet, mag niet. Het is ergens mooi om met het ritme van de natuur te leven of eigenlijk van de natuur afhankelijk te zijn. Gedwongen stilstaan. Pas op de plaats, rust nemen in plaats van door racen. Maar ik heb al oneindig lang uitgerust op het eiland. Nu wil ik door.
Misschien doordat ik zo ongeduldig ben, blijft die wolk nog lekker even hangen. Ik snap er niets van. De wind waait als een malle, maar de wolken verschuiven geen centimeter. Ze stapelen op, plakken samen en worden donkerder. Mag ik soms niet meer verder? Of is dit een test? Wat moet ik doen om te slagen? Kan ik überhaupt slagen?
Of stel ik me aan? Laat ik me bang maken? Misschien zitten er een paar duiveltjes daarboven die een machtspelletje met me spelen. Proberen ze me klein te krijgen met wat grijze kleurstoffen en valt het in werkelijkheid allemaal wel mee. Ik weet het niet. Echt niet.
Misschien als ik stop met naar boven kijken en me “gewoon” bij de situatie neerleg, als ik accepteer dat het is hoe het is en stop met twijfelen. Misschien dat de lucht dan vanzelf opklaart. Wie weet. We zullen zien.
“Daar bovenop die berrug” NIET NAAR BOVEN KIJKEN!
Heb je geen breiwerkje mee genomen je hoeft toch geen huis te poetsen. maar ik kan begrijpen dat je weg wilt.