Ik ben gezwicht voor een camping. Mijn batterijen hebben een nachtje stroom nodig en mijn haar kan wel wat shampoo gebruiken. Ik verlangde hevig naar een douche, naar een plat stukje gras en naar een onpersoonlijke plek waar ik ongestoord mijn gang kan gaan.

Bij het geluid van een heen en weer stuiterend pingpong balletje werk ik aan een artikel. Het valt niet mee om me niet door de gesprekken te laten afleiden. Het wemelt hier van de Nederlanders, zou het soms meivakantie zijn? Het meisje vraagt hoe het jongetje heet. “Joshua”. Wat haar naam is, kom ik niet te weten, maar wel weet ik wat ze later wil worden.

“Weet je, ik ga later niet sporten, ik ga iets veel leukers doen. Ik word wereldreiziger samen met mijn bff, wil je mee? We beginnen in Nederland, lopend, een ander deel doen met de trein. In Oostenrijk gaan we wandelen. En dan vliegen we naar Afrika. In Zuid-Afrika zitten allemaal wilde dieren.” Joshua, beaamt dat in Zuid-Afrika veel wilde dieren zitten. Hij kan het weten, want hij is daar geboren. “Ik was niet bang voor de gevaarlijke dieren hoor, want ze gingen niet gelijk bijten. Je moet stil blijven staan, dan doen ze niets.” 

Het artikel waar ik nu aan werk is voor Chasing the Donkey en gaat over de Via Dinarica (goh). Het is leuk om de hele route in gedachten nog eens te lopen en ik sta er van te kijken hoe ik alles nog zo helder heb. Namen van plaatsen, gebieden, mensen. Ik denk dat het toch komt doordat ik zoveel heb geschreven. Door te schrijven verwerk ik en onthoud beter. En wanneer ik achteraf schrijf, herbeleef ik.

Ondertussen word er druk door gepingpongd. “Zullen we pauze nemen? Hou je van picknicken? Ik wel, maar niet bij ons in het park, dat is saai. Wie zitten er allemaal bij jou in de klas? Ik denk dat ik geen tent mee neem op wereldreis, want dan heb ik een veel te zware tas. En overal zijn wel veilige hotels te vinden, toch? In de stad lopen gaan gevaarlijke dieren. Net als hier. In de bossen zitten wolven, maar op de camping niet. Wat is jouw lievelingstaal?” “Zuid-Amerikaans” antwoordt Joshua. Het is niet duidelijk of ie nou uit Zuid-Amerika of Zuid-Afrika komt, maar Zuid-Amerikaans is Joshua’s lievelingstaal. Het meisje heeft meerdere lievelingstalen, Engels, Duits, Belgisch en Oostenrijks. Tevens haar lievelingslanden. “Kunnen we een toiletpauze houden?” “Toilet? WC bedoel je.” 

Terwijl ze weglopen hoor ik het meisje vragen of Joshua ook naar de speeltuin wil. En of hij daar op haar wil wachten. Ineens bedenkt ze zich. “Ik heb geen zin om te plassen, ik hou het wel op.” Vreemde wezens, kinderen. Maar ik zou stiekem best voor een avondje willen ruilen.

Een echte blogmodus heb ik nog steeds niet gevonden, ik kan het gewoon niet opbrengen eindeloos lang met mijn telefoon bezig te zijn. Ik vraag me af hoe ik dat afgelopen zomer deed. Toen schreef ik iedere dag een verhaal. Totdat de dagen kouder en korter werden. Slovenië heb ik niet meer dagelijks bijgehouden. Zonde, maar het lukte gewoon niet meer. Het laatste stukje dat ik schreef heeft de titel “Wat moet dat met die tranen?!” Dat zegt denk ik genoeg.

Het licht in de recreatieruimte gaat uit. Mijn artikel is nog niet af, maar ik ben tevreden. Morgen weer een dag. Ik berg mijn telefoon op en loop onder het schijnsel van lantaarnpalen terug naar mijn tent. Het is 4 mei. Hoewel ik de hele avond niet gepraat heb, ben ik even stil. Sta ik even stil.

Camping_du_moulin_luxemburg
Op de camping

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

EVAdinarica

Schrijft verhalen || Wandelt op de Balkan

Dit vind je misschien ook leuk...