Ik lig in mijn tentje en luister naar het getik van de regen. Het regent pijpenstelen. In een hoosbui bereikte ik Bärenbrunnerhof, een Gasthaus met zeltplatz waar voornamelijk klimmers komen. Ik kende deze plek van vijf jaar (of zes) geleden toen ik met de ASAC een lang weekend in de Süd Pfalz ging klimmen. Voor drie euro mag je er je tent opzetten en voor heel veel meer geld kan je er een biologische maaltijd nuttigen. Tussen de stoere, breedgeschouderde klimmers ben ik slechts een wandelaar. Een doorweekte wandelaar.
Rode rotstorens pronken tussen de donkere bossen door. Een dikke laag wolken bedekt de toppen van de bomen en de regen komt onophoudelijk met bakken uit de hemel vallen. Ik dacht dat het een buitje was. Een “zomerse” onweersbui zoals hier bijna dagelijks het geval is. Ik had het mis. Dit buitje duurt inmiddels ruim twaalf uur. Er komt geen einde aan.
Rustdag?
Wat zal ik doen? Wachten? Een rustdag? Of de nattigheid trotseren? Ik weet dat wanneer ik eenmaal ingepakt ben, het allemaal zo erg niet is. Dan loop je in de regen. Ach. Maar zolang ik droog en knus in mijn tentje lig, lijkt het een onmogelijke opgave. Alles.
Het is inmiddels twee weken en een dag geleden dat ik in het vliegtuig zat. Vandaag kan ik, als ik door loop, Schweighofen (waar de vligtuig-skydive-club zit) bereiken. Ik wil dolgraag door. Doorgaan waar ik gebleven was. Het is bijna alsof mijn doorzettingsvermogen wordt getest. Kan ze het opbrengen? Kan ze de verleiding om haar duim op te steken weerstaan? Ook als het regent?
Schöne tag
Dit slaat natuurlijk nergens op, want ik hoef helemaal niet te lopen. Het zou volstrekt logisch zijn om terug naar Schweighofen te liften, maar ik vind het volstrekt onlogisch om dit prachtige stuk Pfalz met de auto af te leggen. En ja, sinds ik heb besloten te lopen, voelt het als falen of smokkelen wanneer ik een stukje lift.
De regen tikt op het tentdoek en stroomt naar beneden. In mijn hoofd neem ik de te ondernemen stappen door. In gedachten pak ik mijn tas in, trek mijn regenpak aan en rol de natte tent op. Het is allemaal zoveel makkelijker wanneer het zonnetje schijnt. Ik vind het stom dat het zo voelt. Ik vind het nog stommer dat ik de neiging heb aan mezelf te bewijzen dat ik me door een beetje regen niet uit het veld laat slaan.
“Morgen! Jemand zu hause?” Ahh, de vrouw komt haar drie euro innen. “Danke, schöne tag.” Ik schiet in de lach. Ik hoor het gras onder haar voeten sompen. Ja, een ongelooflijk mooie dag 🙂
[…] het hondenweer toch ging lopen en het uiteindelijk allemaal wel mee viel. Het zelfs mooi was, zoals in de Pfalz. Ja maar toen was er geen onweer. Joh, een paar donders, kom op nou. En, ja maar toen liep ik op […]
[…] het hondenweer toch ging lopen en het uiteindelijk allemaal wel mee viel. Het zelfs mooi was, zoals in de Pfalz. Ja maar toen was er geen onweer. Joh, een paar donders, kom op nou. En, ja maar toen liep ik op […]