Schwarzwald, dat klinkt donker en duister. Ik stelde me donkere, ontoegankelijke, woeste bossen voor. De Pfalz maar een slagje wilder. Nu gaat het beginnen, dacht ik. Natuurlijk is er niet iets dat nog moet beginnen, maar ergens verwacht ik dat ik het op een gegeven moment echt zwaar ga krijgen. Dat de hoogteverschillen en de begaanbaarheid serieus moeilijk worden. En dat ik op een bepaald moment tegen mijn grenzen aan zal lopen.
Met het grote, uitgestrekte Zwarte Woud voor me, voelde ik me lichtelijk geïntimideerd. Ondanks de overwegend gemiddeld enthousiaste ‘recensies’ over de Westweg, besloot ik me toch aan deze trail te wagen. Vanuit Baden-Baden (ongeveer) begon ik aan de weg omhoog, richting Badener Höhe. Ik stevende recht op het sinds kort tot Nationaal Park benoemde gedeelte van het Schwarzwald af. Voor het eerst kwam ik ‘verboden te kamperen’ borden tegen. Niet één, maar werkelijk bij iedere hut, picknickplaats en informatie bord werd me duidelijk gemaakt dat wildkamperen niet is toegestaan.

Höhenweg
De Westweg is een fenomeen, een klassieker die na een ruim een eeuw nog altijd precies hetzelfde verloop heeft. Van noord (Pforzheim) naar zuid (Basel) overspant de Westweg het gehele Schwarzwald over de hoogste paden. Het is een Höhenweg van welliefst 285 kilometer lang. Dit is waarom ik dacht dat het zwaar zou gaan worden. Ik verwachtte een Haute Route zoals in de Pyreneeën of de Alpen met veel stijgen en dalen. Een Höhenweg zo bleek, loopt weliswaar hoog, maar heeft een andere insteek. Wanneer je eenmaal boven bent, bevind je je op een heus panoramapad. Niks geen berg op, berg af, gezellig een beetje spazieren over de Höhenstraße. Op iedere hoek een café, restaurant of Gastätte en talloze medewandelaars.
Ik begrijp dat wanneer je een pittige Fernwanderweg verwacht, de Westweg een beetje teleurstellend kan zijn. Doordat het een oude route is, loop je regelmatig over ‘breite forstwegen’. Er zijn absoluut alternatieven en je kan verschillende topjes en andere bezienswaardigheden aan je dagetappes toevoegen. Hier en daar ben ik van het pad afgeweken, maar ik moet bekennen dat ik het een heerlijke route vond. Veel mooie uitzichten, op elkaar stapelende lagen bossen, bomen, bergen en bloemen. Afwisselende luchten en heel veel water.


Trailvibe
Voor het eerst proefde ik iets van een ’trailvibe’. Verschillende rugzakwandelaars, liepen net als ik, meerdere dagen. In Herrenwies begon mijn eerste etappe. Al snel ontmoette ik een groepje Duitsers van middelbare leeftijd die ieder jaar (al 12 jaar lang!) een stuk van de E1 lopen. Dit jaar liepen zij van Pforzheim naar de Titisee. Toevalligerwijs vielen onze dagetappes min of meer samen, waardoor we elkaar tegen bleven komen. Anders dan veel andere Duitsers wilde deze groep graag Engels spreken. Wat een verademing om weer eens een normaal gesprek te kunnen voeren waarin ik kan vragen en zeggen wat ik wil.


Kamperen voor een Gastätte
Hoewel ik een stuk sneller loop dan de meeste wandelaars, neem ik veel langere pauzes. Ik begin vroeg, loop tot relatief laat door, maar zit regelmatig een paar uur stil. Tijdens deze pauzes rust ik fysiek uit zet ik mezelf mentaal aan het werk. Schrijven. Bovendien wilde ik het een beetje rustig aan doen. Door het vele wildkamperen, heb ik al ruim twee weken geen rustdag genomen. Om te voorkomen dat ik mezelf overbelast, neem ik de tijd om te ontspannen, stretchen, lezen en tuttelen tijdens mijn loopdagen. Naast mijn eigen pauzes, schoof ik regelmatig bij de 5 Duitsers aan. In het Schwarzwald heb ik meer kannetjes koffie, Radlers en taartjes gegeten dan in de rest van Duitsland samen. Een overdaad aan luxe, luieren en lekkernijen, maar wel heel fijn.
De uitdaging zat ‘m in slaapplaatsen vinden. Waar de andere rugzakwandelaars in een hotel, Gastätte of herberg sliepen, zocht ik een plekje voor mijn tent. Los van dat het verboden is (in het Nationaal Park), lijkt het überhaupt niet gebruikelijk om te kamperen in het Schwarzwald. Ik vind het vreemd, want er zijn genoeg gezellige hutjes met een perfect bivakveld ervoor. Na een aantal keer gewaarschuwd te zijn voor de rangers, ging ik over op mijn ik vraag het bij een (bos)restaurant tactiek. Op de eerste avond na, leverde me dit de mooist denkbare plekken op.

Het Schwarzwald
Wellicht dat het Schwarzwald vroeger donker en ondoordringbaar was, dat kan ik me goed voorstellen. Nu is het echter zo dat er veel bos gekapt is om plaats te maken voor boerderijen en kleine, hooggelegen dorpen. Ik ben dol op groene valleien en was dan ook aangenaam verrast het ene sprookjesachtige dal na het andere tegen te komen. In plaats van zwart en mysterieus, vond ik het Zwarte Woud eerder romantisch en kleurrijk.
Kneuterige, bijna kitscherige met hout bewerkte huizen, bloemen en boerderijdieren bevolken de valleien. Zelfs in het bos zelf, voelde ik ruimte en openheid. Deels komt dit doordat er veel wordt gekapt en opgeruimd. Ik weet niet hoe het zit met de houtindustrie, maar ik sta er niet van te kijken als het Schwarzwald de grootste ‘leverancier’ van Duitsland is. Anderzijds geeft een brede panoramaweg letterlijk meer openheid dan in smalle trail tussen de bomen door.



Titisee
Zoals veel populaire plekken, vallen ze vaak tegen. Niet alleen de enorme mensenmassa en het onpersoonlijke, toeristische sfeertje deden mij doen afknappen, het meer zelf vond ik niet uitzonderlijk mooi. Het klopt dat wanneer ik de hele heksenketel weg zou denken, ik er zeker mijn tent op had willen zetten, maar mijn verwachtingen lagen iets hoger. Er zijn namelijk heel veel plekken goed genoeg om mijn tent op te zetten.
Ware het niet dat ik op zoek was naar een gastankje, dat ik een rondje om het hele meer heb gelopen om bij iedere camping te vragen naar campinggas. Anders was ik direct omgekeerd. Door deze ronde wist in ieder geval heel zeker dat ik niet wilde blijven. Bovendien had ik een bordje met ‘Alpenblick’ ergens omhoog zien wijzen. Oehh, de Alpen!!
Bij de laatste camping vond ik gas (tevens de meest aangename plek van het hele meer ‘camping Sandbank’). Missie geslaagd. En door. Ik heb de Westweg verlaten, waardoor ik helaas het zuidelijke Schwarwald niet te zien krijg. Maar daarvoor in de plaats stap ik over op de Schluchtensteig. Ik probeer mijn verwachtingen uit mijn hoofd te zetten en blanko mijn weg te vervolgen. Nog een paar daagjes Duitsland en dan… en dan ben ik in Zwitserland, bij de bergen!!


Ja die Titisee is idd erg toeristisch, camping Sandbank is wel te doen wij waren daar 3 jaar geleden een paar dagen toen we op doorreis waren! Veel succes en plezier met je verdere tocht. En blijf schrijven ik geniet erg van je mooie verhalen!