Het is me nog niet gelukt om in één keer goed te lopen. Naar beneden naar het toilet, dat gaat, maar terug is een probleem. Steevast stap ik de verkeerde gang in en trek verkeerde deuren open. Gelukkig ben ik alleen. De enige slaapgast in Dom v Tamarju. Het zou wat zijn als het hier vol zit. Ik stel me tientallen rond dolenden mensen voor, die hun weg proberen te vinden in de wirwar van gangen en kamers.
Ik ben in Triglav nationaal park. Kamperen is verboden. Plek genoeg, maar ook patrouillerende rangers genoeg. Zeggen ze. Het mooi hier. Wonderschoon en dat willen ze graag zo houden. Dus dan maar in een hut. Een lege hut met heel veel kamers. Een doolhof. Een gezellig, houten doolhof.
Nu het aanzienlijk vroeger donker is, slaap ik rond 21 of hooguit 22 uur. Voor zessen wordt het licht, dat geeft me ongeveer 8 uur slaap. Fijn. Vandaag blijf ik hier. In de hut, bij de hut. Ik heb behoefte aan een dagje niet lopen. Gisteren was ook een lummeldagje en de dag daarvoor ook, maar met een beetje lummelen, boodschappen doen, inpakken, uitpakken, vriendinnetjes bellen, paar uurtjes lopen, slaapplaats zoeken, eten maken is de dag toch zo weer voorbij. Mijn lichaam rust wel uit, maar mijn kop niet. Vandaag verzet ik geen stap, blijft m’n tas waar die nu staat. Mijn kop hoeft alleen maar te genieten van de Triglav pracht.
In dit dal lag vroeger een gletsjer. Lang geleden. Nu is het een groen, begroeid dal, afgebakend door hoge rotswanden. Geweldig klimmen hier waarschijnlijk. En wintersporten. En mountainbiken. En kanoën en raften als naar de andere kant loopt. Naar de Soča rivier. Twee jaar geleden fietste ik met volle bepakking de Vršič pas op, de hoogste van Slovenië. Een hele pittige. Verlekkerd keek ik continu omhoog, naar de bergen, de rotsen, de toppen. Ik besloot om terug te komen. Klimmen, wandelen, kanoën, het maakte me niet uit, maar ik wilde hoe dan ook terug om meer te zien. En nu ben ik hier.
In een berghut. In Slovenië. In Triglav. In een doolhof. Een houten doolhof met deuren en gangen en morgen in een stenen doolhof met paadjes, routes, rotsen, topjes. Het maakt niet uit hoe ik loop. Waar ik naar toe loop. Alles is mooi. Hoe langer ik erover doe, hoe beter. Intens genieten.