Ik hoor ze. Knabbelen, knagen.
Springen, spelen. Ritselen, rennen.
Pihhhh, pihhhh. Zoiets.
In de bomen, tussen de bladeren.
Op de kerk, bij mijn tent.
Pihhhh, pihhhh.
Ik hoor ze wel, maar zie ze niet.
Stilte. Ik dommel weg. Pihhhh, pihhhh.
Pffff. Druktemakers.
Een lange, lange nacht.