Vlašić, van verre zag ‘m al liggen. Twee weken geleden gehuld in een dik pak sneeuw, maar tegen de tijd dat ik aan kwam waren daar slechts een paar plukjes van over. Een ongelooflijke mazzel heb ik. Dagen achtereen is boven de 20 graden. Niet te heet, niet te koud, niet te droog, niet te nat. Het is simpelweg prachtig. Een prachtige nazomer. Of eigenlijk een herfstige hittegolf. Wie had dat gedacht?
Het mooie weer maakt alles mooi en gemakkelijk. Hoewel ik me een beetje (best wel behoorlijk) ziekjes voelde en daardoor snotterend en naar adem happend de berg opstapte, genoot ik. Wat een uitzichten. Wat een boel bergen. Tegelijkertijd is de weg omhoog aan alle kanten afgezet, omdat er mijnen liggen. Echt, van Smet naar Galica is het werkelijk waar bezaaid met die dingen. Dat is heftig om te zien. Gelukkig loopt er een brede weg en is het echt heel duidelijk waar je niet mag komen. Bang ben ik niet, maar het doet wel wat. Evenals alle kapotgeschoten huizen en bergen afval. Dat laatste is een heel andere categorie treurigheid, maar eveneens door de mens veroorzaakt.
Planinarski dom Galica
Nou goed, een heftige aanloop, maar desondanks ontzettend mooi. De eerste dag hield ik het bij Planinarski dom Galica voor gezien. Ik kon er geen eten kopen, maar kreeg wel een bord voorgezet. Huh? “Je kan met ons mee-eten.” Het was zondag, een super zonnige zondag dus overal zaten mensen te picknicken, te grillen en te chillen. Alsof het een park was, die Vlašić. Geweldig. En ja, voorbij Galica liggen geen mijnen meer, daar kan je heerlijk onbezorgd rondstruinen.
Terwijl ik mijn tent naast de hut opzette, werd mijn tas volgestopt met alle restjes. Ćevapi, ajvar, chocolade, brood, worstjes, salade. Ongelooflijk. Snotterend en snuitend zat ik naast een berg eten van de zonsondergang te genieten. Vlašić kleurde rood. Prachtig nazomers dieprood.
Stil
De nacht was stil. Heel stil. Net als de volgende dag. Maandag. Uitgestorven. Op één echtpaar na, kwam ik niemand tegen. Het echtpaar deelde hun koffie en zoetigheid met me. De hele dag glunderde ik. Jubelde ik. Wat een heerlijke berg. Een soort mega heuvel. Karst. Gras, rotsen. Kloven, zachte hellingen en laagjes. Laagjes uitzichten. Laagjes mist. Laagjes berg. Almachtig fijn om in de bergen te zijn. Ja, hier is het me om te doen.
Precies dit voelde ik ook op de vorige berg, Smetovi. Ik kan gaan beschrijven hoe het eruit ziet, maar ik vind het makkelijker om foto’s toe te voegen. Vlašić deed me inzien dat ik even genoeg heb van de stadjes. Hoe mooi Travnik ook mag zijn, ik heb besloten boven te blijven. Zover dat mogelijk is. Ik heb wat wandelroutes, maar nog steeds niet helemaal aansluitend. Het blijft knutselen en improviseren, maar dat wist ik van tevoren. Dat hoort bij het pionieren.
Die foto’s! Wat een prachtig landschap zeg en zeker met die herfstkleuren; de blauwe lucht, het goudgele gras en die rood gekleurde bomen. Schitterend!