Een stukje verderop wordt een kudde schapen naar beneden geschreeuwd. De honden blaffen fanatiek mee. Ik hoop dat ze niet mijn kant op komen, maar ik vrees het ergste. Alhoewel, deze honden lieten me net ook gewoon passeren, dus wellicht valt het mee. Aan de andere kant ligt het dorp waar gezellig dorpsgeluid vandaan komt. Kippen, spelende kinderen, een kettingzaag en wat alledaags gerommel. Dit alles vindt plaats in de heuvels. Hoog in de heuvels in Bosnië en Herzegovina.
Ik zit op een stukje gras. Een grasheuveltje. Hopelijk een plekje voor mij alleen. Ik ben het met handen en voeten praten moe. Ik wil een avondje voor mezelf. Ik heb geen puf meer om verder omhoog te lopen. Hoewel het heuvels zijn, is het toch zeker 400 hoogtemeters naar die prachtige col. Het is vijf uur en om zes uur gaat de zon onder. Misschien wel eerder. Gisteren was het om half zeven al ver voorbij schemeren. Ik wil gewoon wat zitten. Van het laatste beetje daglicht genieten. Luisteren, kijken en een biertje drinken.
Overal staan van die typische hooibergen met een stok in het midden. De bladeren beginnen maar beneden te vallen maken rode, gele en bruine plekken in het gras. Het verbaasd me dat er zoveel bloemen zijn. Herfstbloemen. Krokussen bijvoorbeeld. Het lijkt niet te kloppen. Het kleurt niet. Ik vind het zelfs vloeken. De mensen zijn druk bezig de houtvoorraad aan te vullen. Er wordt gezaagd, gehakt, gestapeld en inmiddels flink gestookt. De winter komt eraan. Nu is het nog warm. Of weer warm, maar dat duurt niet lang meer.
Trgovina in de bergen
Dat biertje heb ik in het dorp op de kop getikt. Twee voetballende jongetjes staakten hun spel toen ik vroeg of er een café, een bar of restaurant was. Nee. Er was niets. Supermarkt dan? Of zo’n trgovina, weet ik het wat? De bal werd zorgvuldig verstopt en in hoog tempo stapten de jongetjes door de straten om me de weg te wijzen. Nou ja straten, steegjes. Over een muurtje, door een tuin tot we bij een dichte deur kwamen. Gewoon een deur, dacht ik. Maar nee. Bij het huis tegenover de dichte deur werd wat geroepen tot er een man met een sleutel naar buiten kwam. Achter de deur zat een winkel. Nou ja winkel, een voorraadkamer. Met flessen bier. Flessen ja. Ik moest minimaal 2 liter kopen. Twee liter voor twee Bosnische Mark. Fantastisch.
Plots kwamen er van alle kanten kinderen aan met in hun hand een paar munten. Een meisje kocht een zak met eieren (een zak ja) en zakje met zelfgemaakte sigaretten. Een jongetje vertrok met een zak chips en een ander jongetje had een pot ajvar weten te bemachtigen. Zo willekeurig. Maar het werkt blijkbaar. Of niet, maar dat zie ik dan weer niet.
Gladovići
Ik ben bijna bij Sarajevo. Hemelsbreed is het misschien 100 kilometer. Misschien minder. Ik probeer een weg, een route door de bergen, heuvels, te lopen. Vooralsnog gaat dat goed. Het is mooi. Ontzettend mooi. En het leven is zo anders hier. Ruraal. Basic. Ik blijf het zeggen, maar het zijn die contrasten die zo ontzettend groot zijn. In de dorpen bijvoorbeeld wonen voornamelijk oude mensen. En de oudjes zien er echt uit oud. Authentiek oud. Hoofddoeken, versleten kleding, wandelstok, ontbrekende gebitten. En oh hun rimpels. Oude mensen rimpelen hier anders. Getekend door de zon en het harde werken op het land.
Het dorp onder mij, Gladovići, is opvallend levendig. Levendig en intact. Misschien dat het gespaard is gebleven, misschien is het succesvol wederopgebouwd. Bij de bron staat een gedenksteen met de namen van de omgekomen mensen. Het is een islamitisch dorp, maar om heel eerlijk te zijn, zie ik alleen het verschil doordat er een moskee staat en er geen varkens worden gehouden. Oude mensen dragen in ieder dorp hoofddoeken. Mannen drinken in ieder dorp bier. Op zondag is overal het dorpswinkeltje open.
This is Bosnia you know!
Echt, de mensen zijn voor mij overal hetzelfde. De één gaat naar de kerk, de ander naar de moskee. De één heeft een katholieke naam, de ander een islamitische. Nou ja en dan zijn er nog de Servische namen. En de Servische republiek. Ik heb een beetje het idee dat de hele geloofskwestie minder speelt dan het grenzenverhaal. Welk stukje land hoort bij wie. Dat merkte ik ook in Slovenië, Kroatië en zeker toen ik een paar jaar geleden in Servië was. Evenals het verheerlijken van het Joegoslavië. Voor de oorlog was alles beter. Met Tito was het leven goed.
Wat Bosnië en Herzegovina bijzonder maakt is hoe tolerant en on-extreem (wat is het tegenovergestelde van extreem? Gematigd?) men eigenlijk is. Het is me dan ook een raadsel waarom die oorlog heeft plaats kunnen vinden. Is het dan echt met name een politiek machtsspel? En wordt oud zeer gebruikt om mensen tegen elkaar op te stoken? Waarom werkt(e) dat? Van nationalistische gevoelens kom ik weinig tegen. Wel heerst er een angst voor slechte mensen. “This is Bosnia, you know?!“
Verlangen naar Joegoslavië
En dat men dus terug verlangt naar Joegoslavië. Ook dat vind ik vreemd. Dat was in feite toch een dictatuur? Waarom wordt Tito op handen gedragen terwijl hij toch zeker ook geen zuiver geweten heeft? Nou goed, ik ben geen geschiedkundige en geen journalist, maar wel een ervaringsdeskundige als het gaat om koffie drinken met de locals. Ik luister, stel vragen en laat mijn oordeel achter wegen.
Even terug naar dit dorp en terug naar die contrasten. Zo authentiek als dat de oudjes eruit zien, zo doorsnee zag de jeugd eruit. Ik kwam langs een groepje meiden, helemaal in de make-up, meisjeskleren en slimme telefoons. Het paste totaal niet in het dorp. Daardoor des te beter. Een levendig dorp. Jong en oud. Alle generaties door elkaar.
De schapen zijn verdwenen. Toch de andere kant op gegaan. De zon is onder en de lichten in het dorp gaan aan. Het geluid neemt af. De mensen gaan naar binnen. De avond valt. Dat gaat snel. Heel snel. Sterren verschijnen. Een hond blaft. Verder is het stil. Heel stil.
Ben je verhaal op de computer gaan lezen en genieten van de mooie foto’s die zo prachtig te zien zijn, wat een kleuren pracht. gek hé dat die oude vrouwen er zo oud uit zien et al die rimpels. wat zei jij als drie jarige tegen mij oma wat hebt u toch veel streepjes in je gezicht, maar ik vind je wel lief hoor.Dat hoort bij ouderdom maar altijd in weer en wind dat tekent. Toen ik in Nicaragua was was ik een stuk ouder dan die vrouwen maar ze leken wel honderd. Blijf je ook in de sneeuw lopen of stop je dan ik weet niet wat je plannen zijn.
Liefs oma.