Laatste avond, laatste nacht, laatste dag, laatste wandeldag naar Sarajevo

Een prachtige heuvel, heerlijk uitzicht. Een avondje alleen. Ik heb het nodig. De laatste avond in het wild. Semi wild, boven een gehucht. Tevreden dump ik mijn tas in het gras en ga zitten. Binnen een minuut heb ik het koud. Er komt sneeuw. Ja, maar ach. De laatste nacht overleef ik vast wel. Ook in de sneeuw. Ineens trekt het helemaal dicht. Donkere wolken komen mijn prachtige plek bedekken. Ja verdorie, ga eens weg. De wind rukt op.

Ik twijfel. De wolken rommelen. De heuvel is prachtig, maar in de wind. Onbeschut. Wat als het gaat stormen? Echt écht gaat stórmen stormen? Hmm. Wat als het gaat onweren? Hmm. Toch maar naar beneden. Naar het dorp. Gehucht. Een hond begint druk te blaffen. Mooi, dan komt er vast iemand naar buiten aan wie ik kan vragen of ik mijn tent mag opzetten. Het voelt veiliger in de buurt van wat huizen. Één huis. Jahoor, er komt een man met een emmer melk uit de stal. Hij kijkt me vragend aan. “Šator?”

De hut op Ozren is dicht en guesthouse Vukov Konak is te ver. Ik vind kamperen geen probleem. Ik vind het heerlijk, maar dat begrijpen maar weinigen hier. En op wel meer plekken. Hoewel ik de man niet echt overtuigd heb, mag ik natuurlijk ergens mijn tent opzetten. Yes. Dan komt er een andere man en ik hoor een vrouw. Overleg. Verbaasde gezichten, vrolijke gezichten. Ze komen naar me toe. “Pak maar weer in, je gaat mee naar binnen.” Oh. “Ja maar…” Oh. “Ok.”

Laatste bivak in de bergen boven Sarajevo
Laatste bivak?

Moe

Ik ben moe, ik wil slapen. Ik zit wederom in een woonkamer, ik heb wederom een dak boven mijn hoofd en ik heb wederom eten gekregen. Mee gegeten. Het is warm, de mensen zijn lief. Toch kan ik niet meer. Ik ben moe. Ik wil een eigen plek. Mijn tent bijvoorbeeld. Daar komen ze weer, die tranen. Ik voel ze, maar ze zitten vast. Opgesloten.

Het kan niet. Ik kan niet huilen nu. Ik moet dankbaar zijn. Ik ben dankbaar. Toch voel ik me stom. Opgesloten. Dagen achtereen heb ik geen eigen plekje. Weken misschien wel. Al die lieve mensen. Het beklemd me. Ik krijg geen ruimte. Geen lucht.

Ik ben moe. Ik wil slapen. Blijkbaar slaap ik niet alleen. Ik krijg een bank, de gastvrouw slaapt op de andere. Voor zover ik begrijp. Wellicht slapen we met zijn allen hier. Met zoon en man erbij. Maar wanneer? Wanneer kan ik mijn slaapzak uitrollen? Waarom hield ik niet voet bij stuk? Waarom heb ik me wéér laten overhalen om binnen te slapen? Het gaat niet om mij. Kom op. Het is de laatste nacht. Geniet ervan. Van de gastvrijheid.

Laatste gastgezin van de wandeltocht
Laatste gastgezin op de Via Dinarica
Een boerderij boven Sarajevo, het landleven van Bosnië en Herzegovina
Het landleven 10 Kilometer van Sarajevo

Gastvrijheid

Wanneer is gastvrijheid, gastvrij en wanneer is het iets anders? Teveel. Als in, te dwingend. Dat je niet kan doen en zijn wie of wat jij wilt. Je aanpast om niet onbeleefd te zijn. Maar eigenlijk gaat het dus om die ander en niet om de gast. Ik ben moe. Ik wil slapen. De vrouw komt op de bank zitten waar ik waarschijnlijk ga slapen. Oh, wanneer gaan we slapen? Ik kan niet meer.

Ik word bekeken terwijl ik schrijf. Type. Asociaal met mijn telefoon. Het is de enige manier om me terug te trekken. Ik word bekeken terwijl ik me terugtrek. My oh my. Morgen ben ik in Sarajevo. Dan sluit ik me op en ga ik een hele dag in bed liggen. Slapen.

Harder praten helpt niet, daar ga ik je niet beter van begrijpen. Soms wil ik terug gaan schreeuwen. Precies zoals zij bij mij doen. Vlak voor je gaan staan, een beetje vooroverbuigen en dan heel hard in het Nederlands gaan praten. Schreeuwen. Het helpt niet. Ik zal de taal moeten leren, die paar woordjes en zinnetjes zijn niet genoeg om me verstaanbaar te maken.

Nee dank je, ik hoef geen chocolade. Nee dank je, ook geen koekje. Sorry, ik hoef echt niets meer te eten. Nee, ook geen appel. En nee, ook geen mierzoete lokale lekkernij. Heel lief, maar ik ben tevreden met een glas water. Heel blij zelfs. Ik heb dorst. En slaap. Wanneer gaan we slapen?

De koeien zijn gemolken, het kalf is gevoed. De afwas is gedaan. Het huis ruikt naar melk en naar haardvuur. Ik heb mijn tanden gepoetst, een slaapzak tevoorschijn gehaald, maar de woonkamer zit vol. Vol met rokende mensen. Weet je, het is eigenlijk al kwart over tien (als de klok niet terug zou zijn gezet) De zon is al vijf uur onder. Ik ben moe, ik wil slapen.

Sneeuw in de bergen boven Sarajevo, Ozren | Via Dinarica Green Trail Bosnië en Herzegovina
Glibberend door de blubbersneeuw
Crepoljsko | Bosnië en Herzegovina | Via Dinarica Green Trail
Crepoljsko

Dobro jutro!

Het is een prachtige ochtend. Er is inderdaad wat sneeuw gevallen en wat dat betreft is het fijn dat ik geen koude, natte tent heb. Na een kop koffie en ontbijt ga ik op pad. Hop hop hop naar beneden. En weer omhoog. Sneeuw, blubber, bos en dan, en dan een uitzicht. Ik zie Jahorina, ik herken haar aan het gekke piekje aan de linkerkant. Hop hop hop door naar Crepoljsko, een topje op Ozren, een van de bergen die Sarajevo insluit. En Crepoljsko is te herkennen aan de eenzame boom bovenop.

Jeetje wat mooi. Zo bizar dat ik hemelsbreed niet eens 10 kilometer van Sarajevo vandaan ben, maar me nog steeds in de bergen bevind. Uitgestorven bergen. Op wat koeien na hoor ik niets. Het is zonnig, maar koud. Het geeft niet, ik weet dat er een warm bed op me wacht. De blubberpaden gaan over op asfalt. Ik besluit een nieuwe route uit te proberen, ik ben immers al vaker van Crepoljsko via Čavljak naar Sarajevo gelopen, een heel heel fijne wandeling, maar de nieuwsgierigheid wint

Wandelen over een verharde weg, het laatste stukke naar Sarajevo
Verhard naar beneden
Zicht op Sarajevo
Zicht op Sarajevo

Laatste wandeldag naar Sarajevo

De jutro wordt middag. De zon schijnt, de sneeuw smelt. Hop hop hop door naar beneden. Het laatste stukkie van de laatste wandeldag naar Sarajevo. Naar Sarajevo, jeej! Oww hallo uitzicht. Rustig aan daal ik over een lange lange asfaltweg af. Deze route zou heerlijk zijn op de fiets. Helaas. Ik loop. Hop hop hop naar Sarajevo.

Strompeld kom ik de stad binnen. Het kan me niets schelen. Ik ben er. Ik bén er. Ik ben er!

Vermoeid en verdoofd loop ik naar Bistrik, naar het guesthouse waar ik altijd verblijf. Vertrouwd. Het voelt vertrouwd. De straten, de huizen, de route omhoog. Het laatste stukkie is en blijft een kuitenbijter, zelfs na bijna 4000 kilometer. Maar ik ben er, ik ben er nu echt echt.

Sarajevo Bistrik | Laatste meters van de laatste wandeldag naar Sarajevo
Vertrouwde streetview met Ozren daarachter

11 Reacties

    1. Jazeker! Er is nog zoveel te vertellen en nog veel meer te beleven 😉 (tussen haakjes, om de één of andere reden belanden jouw comments telkens in mijn spam, misschien ligt het aan mijn instellingen, maar dat is iig de reden dat ik zo traag reageer, sorry!)

  1. Zo herkenbaar, soms ben je gewoon te moe om nog gezellig te kunnen zijn. Fijn dat je het gevoel hebt thuis te komen aan het eind van je tocht. Geniet hiervan Mooi gedaan. Misschien ook wel een beetje verdrietig : tocht volbracht, en nu?

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

EVAdinarica

Schrijft verhalen || Wandelt op de Balkan

Dit vind je misschien ook leuk...