Oja, zo kan het ook. Wat is dit fijn. Moe, maar voldaan lurk ik aan m’n theetje. Mijn rug vindt steun aan m’n rugzak, m’n billen zitten droog op een zitlap en m’n hoofd vangt nog net de laatste zonnestralen op. Achter me hoor ik een weg, maar voor mij strekken de bergen zich uit. Ik grijns, ik grijns en grijns. Wat is dit fijn!
Onverwachtse graat
De graat kwam onverwachts. Na een koffiestop bij het kabelbaan restaurant op Tornik besloot ik nog een klein stukje verder te gaan. Harde muziek, frituurlucht en opdringerige obers joegen me weg. Gezien ik er al zo’n 25 kilometer op had zitten, had ik niet heel veel puf meer. Moeizaam kwam ik in beweging. Geen zin meer. Totdat er een wandelpad kwam.
Hela, wat een verrassing. Een smal paadje bracht me naar een uitkijkpunt. Mooi, maar geen plek voor een tent. Het paadje ging omhoog, door een bos over de rug van de berg. Een naamloze top met heel heel veel muggen. Ook geen ideale kampeerplek. Dus door.
Door over de rug, een bolle rug met uitzichten. Heerlijk om zo hoog te zijn. Ik liep door en door en door. In plaats van vermoeid, voelde ik me energieker worden. Fysiek kan ik veel hebben, maar het zijn vaak andere factoren die beïnvloeden hoe ik me voel. De omgeving, de route, het weer, mensen. Het terrein.
Onbezorgd genieten
Het terrein ging van bolle grasrug over in een rotsgraat. Een rotsgraat, ja! Geef me een graat en ik hobbel uren nog door. Hobbeldejubel. De avondzon deed er nog een schepje bovenop. Kijk, dit zijn de momenten. Dit is fijn. Ik was bijna vergeten hoe het is om onbezorgd te genieten.
Wanneer de route de afdaling naar het dal inzet, vind ik een vlak stukje gras. Perfect. Ik zie wat huisjes en hoor een boer roepen naar zijn schapen. Krekels krekelen. De bergen verkleuren. De lucht wordt oranje, rood, roze.
Nog een kopje thee. Ik sluit mijn ogen en grijns.