Ik schrik een beetje. De man bedoelt het vast goed, maar de manier waarop hij een wolf uitbeeldt is angstaanjagender dan het feit dat er hier wolven wonen. Terwijl hij “hap hap” zegt, steekt hij zijn hoofd naar voren en laat zijn tanden zien. Ik deins terug. Het groepje begint te lachen. Ik kijk ze aan en vraag nogmaals hoeveel kilometer het naar Kopana Voda is. “Zes.”
Over een onverharde weg loop ik omhoog, weg van de mannen. Ik blijf het raar vinden wanneer mensen me bang proberen te maken. Misschien is het alleen maar waarschuwen, dat kan, maar wat mij betreft mogen ze het uitbeelden van dieren achterwegen laten. Slaat het überhaupt ergens op? Hoe vaak is er nu helemaal een mens door een wolf gebeten? Maar goed.
Keith Haring
Na een klein half uurtje zie ik iemand in een wit T-shirt mijn kant op komen. “Waar ga je heen?” vraagt hij. “Kopana Voda.” De man komt daar net vandaan en zegt me dat het twee à drie kilometer is. Vreemd, maar geen probleem. Op zijn T-shirt staan twee Keith Haring mannetjes. “Nice shirt” zeg ik uit het niets. Hij gaat er niet op in, maar laat me zijn telefoon zien. 2,79 Kilometer geeft een wandelapp aan. Nou dan kan ik rustig aan doen. Ik groet de man en loop verder.
Weer een half later hoor ik ineens geroep achter me. Ik draai me om en zie de man met het Keith Haring shirt mijn kant op komen. Heb ik iets laten vallen en komt hij dat helemaal terug brengen? Loopt ie zo vaak mogelijk heen en weer. Of zo snel mogelijk? Of… Onbewust kijk ik om me heen. Er is niemand. Ik wacht hem op en vraag waarom hij terug aan het lopen is. Hij begint zijn T-shirt uit te trekken, omdat hij het aan mij wil geven. Die zag ik niet aankomen.
Gezelschap
Het is heel vriendelijk, maar ik probeer juist een lichtere tas te krijgen dus sla het cadeau af. De man heeft besloten mij te vergezellen en begint te lopen. Ik voel me altijd een beetje ongemakkelijk in dit soort situaties. Je weet nooit precies wat er gaat gebeuren en je kan nergens invloed op uit oefenen. Zeggen dat je liever alleen loopt vind ik wat onaardig. Accepteren en lopen dus maar. Samen.
Dan komt er een jeep met aanhanger. Er wordt wat in het Servisch gesproken. Twee kerels stappen uit en gebaren naar ons dat we op de achterbank kunnen gaan zitten. Enigszins overrompeld stap ik in. De jeep komt in beweging en begint de super slechte weg omhoog te trotseren. Hemeltje lief, lopen was sneller geweest. Een paar keer vrees ik dat de jeep kantelt of in de blubber vast blijft zitten, maar nee. Een kilometer verderop stappen we uit en lopen de laatste meters naar Kopana Voda.
Kopana Voda
Kopana Voda bleek een picknick plaats met een waterbron en een boswachtershuis te zijn. Gezien het zondag was, was het er een gezellige boel. Overal zaten groepjes mensen te lunchen. Kinderen in het gras, vrouwen in de schaduw en mannen bij de gril. Ik had begrepen dat het een camping zou zijn, dus vroeg of ik ergens mijn tent mocht opzetten. “Waar je maar wilt.” Een camping-camping was het niet, maar ik had me geen betere plek kunnen wensen. Zo fijn.
Terwijl ik het terrein afspeurde naar een vlak stukje gras, werd er een bord met eten voor me klaar gezet. “Eet!” Er ontstond een discussie over waar ik zou slapen. Een vrouw alleen kan toch niet zomaar gaan kamperen? Ik vertelde dat ik niet anders doe, maar dat nam hun bezorgdheid niet weg. Terwijl het gezelschap een wandeling maakte, zette ik toch mijn tent op plofte neer op m’n matje.
De middag
Ik moet zijn weggedommeld, want toen ik mijn ogen open deed, hadden wolken de eerder strak blauwe hemel bedekt. Er vielen een paar druppels, maar gelukkig bleef het daarbij. Een beetje besluiteloos drentelde ik wat rond. Haalde water, heerlijk fris water uit de bron, bekeek het boswachtershuis en besloot wat de gaan schrijven aan een picknick tafel. Daar kwam uiteindelijk niets van terecht, want een ander groepje picknickers gebaarden me naar hun tafel.
Er kwam een mooi gesprek op gang waarbij één van de mannen continue switchte van Engels naar Turks om alles tot in detail te vertalen. Ik had eigenlijk nog helemaal geen Turks gehoord, maar het blijkt dat er in Prizren heel wat mensen zijn die het Turks als hun eerste taal voeren. In de dorpen hebben de mensen hun eigen taal behouden wat veelal Albanees of in een paar gevallen Servisch is, maar in de steden is het Turks blijven hangen. Vandaar die Turkse vlaggen, bedenk ik me ineens.
De officiële vlag van Kosovo mag dan wel alle verschillende naties vertegenwoordigen, de meeste mensen hebben om duidelijk te maken wie of wat zijn toch de Albanese vlag uithangen. Ik vind het echt opvallend hoe men expliciet vermeldt dat ze Albanees zijn. Mij maakt het allemaal niet uit, maar ik denk wel dat zolang iedereen zo’n onderscheid maakt, er een bepaalde onrust zal blijven. Maar goed, ik weet er te weinig van om iets zinnigs te kunnen zeggen dus ik hou het liever bij mijn subjectieve observatie.
Belevingswereld
Ik kijk en ik luister, maar probeer me altijd bewust te blijven van het kader waar ik mijn observaties in plaats. Een kader van ideeën gevormd in mijn brein. Mijn belevingswereld.
Dat die belevingswereld nogal verschilt van die van de meeste mensen die ik hier tegen kom is soms lastig. Is vaak lastig. Zo ook met deze mannen. Zij vonden het onprettig om mij alleen te laten kamperen en waren hoogst verontwaardigd dat de boswachter zijn belofte om mij de sleutel van het boswachtershuis te geven niet was nagekomen. Voor mij was het absoluut geen probleem, maar om de mannen gerust te stellen beloofde ik de volgende ochtend (indien ik de nacht zou overleven) een sms’je te sturen.
De avond
Terwijl de drie mannen vertrokken, kwam een auto aangereden. Er stapten drie jongens uit. Één van hen sprak Duits, de andere twee Servisch. Ze maakten een vuurtje bij de grillplaat en begonnen zorgvuldig hun maaltijd te bereiden. Ik kroop in mijn tent en staarde naar de sterren. Een prachtig mooie, stille avond.
Doordat het zo vroeg donker is, heb ik totaal geen besef van tijd. De drie jongens moeten dat wel hebben gehad, want plots hoorde ik ze een gebed in zetten. Het kalme gezang klonk zo rustgevend. Onwaarschijnlijk bijzonder om omringd door bossen onder een kraakheldere sterrenhemel deze drie jongens te horen bidden. Ik luisterde en luisterde.
Na het gebed werd me een Gutenacht toegeroepen en weg waren ze.
Van bijtende wolven heb ik niets vernomen dus de volgende ochtend stuurde ik braaf het beloofde sms’je.
“Still alive.”
Aan de Engelse kant van mijn website plaats ik verslagen (trailnotes) waar ik (min of meer) van dag tot dag schrijf over mijn belevenissen en over de route. Hier vind je mijn trailnotes van de Via Dinarica in Kosovo. En hier vind meer informatie over die route die ik liep.
Mooi verhaal Eva!